Wanneer je kijkt hoeveel plezier je in je werk hebt, ben je geneigd alleen naar aspecten van het werk zelf te kijken (werkdruk, sfeer, takenpakket). Begrijpelijk en ook belangrijk. Soms heeft minder werkplezier ook te maken met de overgang naar een nieuwe levensfase.
Twee overgangen wil ik graag toelichten. De ene en meest herkenbare is de overgang naar een jong gezin met de zorg voor één of meerdere kinderen en alle veranderingen die dit met zich mee brengt. De zorg en verantwoordelijkheid voor het gezin én tegelijkertijd de drang om te groeien in het werk geven druk en daarmee (te) veel stress. De periode van de dertiger en begin veertiger. Hoe houd ik de balans? Lukt alles tegelijk wel? Wat is werkelijk belangrijk in het leven nu? Durf ik keuzes te maken? Het gaat om balans: mezelf of de mensen om mij heen niet uit het oog verliezen.
De andere overgang dient zich ergens in de vijftig aan. De kinderen zijn steeds zelfstandiger, gaan één voor één het huis uit, de eigen vitaliteit begint wat terug te lopen, er hebben zich vaak enkele ingrijpende levenservaringen voor gedaan (bv. het overlijden van dierbaren), er komt soms meer ruimte of juist minder tijd door mantelzorg en de groeimogelijkheden op het loopbaanpad zijn benut. Zet ik nog een nieuwe stap, pak ik iets nieuws op in werk en/of daarbuiten of laat ik dat? Waarin ben ik van betekenis, wat is mijn bijdrage nog? Welke zin geef ik het leven de komende periode? Een heroriëntatie, herbezinning op wie ik ben en hoe ik mijn werk en leven ga invullen.