Een coachtraject start meestal als klanten in hun gedrag iets willen verbeteren of ontwikkelen. Ze weten, dat er momenteel wat aan schort, maar het ontbreekt aan inzicht en vaardigheid om daar op eigen kracht een stap in te zetten. De klant is ‘bewust onbekwaam’: ik weet dat ik iets niet kan, wat ik wel wil kunnen. In de coaching werken we dan via bewustwording en oefenen van nieuw gedrag richting ‘bewust bekwaam‘: als ik het met aandacht doe, dan kan ik het!
Bewust bekwaam houdt in: nieuw gedrag is nog geen vanzelfsprekendheid. Dat gaat ook niet, het zal oefening vergen, vallen en opstaan, tot er een moment komt, dat je er niet meer over nadenkt of het nieuwe gedrag niet meer onwennig voelt. Dan is het eindstadium bereikt: ‘onbewust bekwaam’. De dagelijkse praktijk tijdens de coaching en vaak ook nog na afronding is die van de weerbarstige fase van het heen-en-weer tussen bewust onbekwaam en bewust bekwaam. Het vraagt doorzettingsvermogen, maar als de motivatie er is, dan blijkt, dat oefening kunst baart.
Er is nog een vierde fase, die in de coaching vaak pas zichtbaar wordt tijdens het onderzoeken van de gedragspatronen en de onderliggende overtuigingen, namelijk die van: ‘onbewust onbekwaam’ oftewel de blinde vlek. Niet weten, dat jouw gedrag negatieve tegenreacties oproept of mensen doet afhaken of …. Iets wat de anderen maar al te goed wel zien. Dat is confronterend en durf je dat werkelijk onder ogen te zien? Er blijkt meer aan de hand, dat je op het eerste gezicht dacht. Dan is er ook meer weerstand en kom je op de overlevingspatronen, die jarenlang behulpzaam zijn geweest, maar die jou nu in de weg zitten. Dan gaat het ook over angst, verdriet, pijn, woede. Kan de klant daar mee aan de slag, dan is de winst groot en maakt de klant op een dieper niveau een verandering door. Dan doorloop je vervolgens de fasen bewust onbekwaam naar bewust bekwaam met als eindresultaat onbewust bekwaam.