In mijn begeleiding van medewerkers die weer gaan werken na kanker na de behandeling van kanker zie ik, dat zij nogal eens met grote sprongen weer gaan werken. Té grote sprongen, want na enige tijd vindt een flinke terugslag plaats. Dit is voor medewerker en werkgever heel vervelend. Opbouwen in kleine stapjes is een betere aanpak!
De behandeling van kanker is intensief en heeft veel impact. Bijwerkingen die kunnen optreden zijn vermoeidheid, concentratieproblemen en minder impulsen kunnen verwerken. Bijwerkingen die geruime tijd kunnen aanhouden. Op het moment dat het werk weer wordt opgepakt, wordt er weer veel van mensen gevraagd en worden deze klachten manifester en zichtbaar.
Zowel de medewerker zelf als de bedrijfsarts schatten de opbouwmogelijkheden nog wel eens te optimistisch in. De medewerker, omdat die wil laten zien, dat het weer beter gaat en snel weer volledig en volwaardig (op het oude niveau) aan het werk wil zijn. De bedrijfsarts, vanwege onvoldoende specifieke expertise doordat hij slechts af en toe een patiënt met kanker voorbij ziet komen.
Ervaring leert, dat de volgende aanpak beter werkt. Vrij snel weer naar het werk en dit in kleine stapjes op gaan bouwen. Beginnen met bijvoorbeeld twee keer een uurtje per week, iedere dag een uur, twee uur per dag, etc. Alleen een nieuwe stap maken als de vorige stap geen grote belasting meer is. Ook meer gebruik maken van de mogelijkheid om een deel van de uren op arbeidstherapeutische basis in te vullen, geeft meer ruimte om te ‘spelen’ met de eigen belastbaarheid.
Belangrijk is ook om in goed overleg met de leidinggevende de complexiteit van de werkzaamheden geleidelijk op te bouwen en de voortgang daarin goed te evalueren.
Tenslotte is het van belang om de verwachting los te laten dat de opbouw in een rechte oplopende lijn zal verlopen. Af en toe mindere dagen en weken horen er vaak bij.